HOME > ACTUEEL > NIEUWS > In herinnering: Manfred Klett (1933-2025)

250404 Manfred Klett

In herinnering: Manfred Klett (1933-2025)

Manfred Klett, een van de bekendste voortrekkers van de wereldwijde biodynamische beweging, is overleden op 2 april jongstleden. In het bijzijn van zijn familie is hij bij het aanbreken van de dag met vol bewustzijn over de drempel gegaan. Tuinder Rene Groenen, die hem van dichtbij leerde kennen, blikt terug op zijn lange en initiatiefrijke leven.

Geboren is hij in Tanganjika, het huidige Tanzania, aan de voet van de Kilimanjaro, de hoogste berg van Afrika. De kwaliteiten van deze exotische omgeving, met zijn wijde savannen, waar hij tot z’n 7e levensjaar woont, maken diepe indruk op hem en dragen zeker er toe bij dat hij zich een wereldburger voelt, die ook zijn talen spreekt. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt moet het ouderlijk gezin met vijf kinderen halsoverkop naar Europa, naar Duitsland en vindt daar aan de Bodensee een eerste plek om te wonen. Op zijn twaalfde, in Stuttgart wonend, gaat hij naar de aldaar gevestigde vrijeschool en ontmoet hij zijn levenskameraad Georg Glöckner, de latere echtgenoot van Michaela Glöckner. (Vele jaren later zullen zij alle drie aan het Goetheanum een sectie leiden, Manfred Klett de landbouwkundige, Georg Glöckner de mathematisch-astronomische en Michaela Glöckner de medische sectie).

Na de vrijeschool gaat Manfred techniek studeren aan de Technische Hogeschool, ook in Stuttgart. Door een ongeluk komt hier een eind aan en bij een éénjarig verblijf in Syrië in het kader van ontwikkelingssamenwerking komt in hem de wens op om boer te worden. Uitgerekend Syrië, het land van de Eufraat en de Tigris, dat in menig opzicht de bakermat van de landbouw is. Na een leertraject in de landbouwpraktijk gaat hij, wederom in Stuttgart, aan de Universiteit Hohenheim landbouwkunde studeren en promoveert daar in de bodemkunde. Vanaf 1964 werkt hij bij de Forschungsring für biologisch-dynamischer Landwirtschaft in Darmstadt. Zijn onderzoeksveld is de relatie tussen bemesting en voedingskwaliteit.

Op dit instituut werken ook zijn toekomstige collega-ondernemers: in 1968 stappen zij in een bedrijfsgemeenschap en gaan de Dottenfelderhof leiden. Becker, Klett, Brandau, Klein en Bauer gaan met hun partners zonder enige zekerheid, met oude machines en met veel jeugdig elan aan de slag. Het is de tijd van 1968, het revolutiejaar die een nieuwe stemming door de westerse landen doet gaan. De gebouwen verkeren in een deplorabele toestand, de grond is gangbaar bewerkt en in slechte staat. De zeer nabij gelegen ligging ten opzichte van hartje Frankfurt maakt dat veel speculanten op de loer liggen om grond en gebouwen te verwerven. Als door een wonder en met behulp van vrienden, waarvan sommigen behoorlijke invloed op provinciaal niveau (Hessen) hebben, slagen zij erin om een pachtovereenkomst te verkrijgen. Financieel is het ook een houtje-touwtje-gebeuren in de eerste jaren en ook hier hebben ze ondersteuning van vrienden. Het is Ernst Barkhof van de net opgerichte Bochumerbank die hen te hulp schiet en hun de nodige kredieten verschaft.

Landbouwkundig onderzoek, veredeling van granen en groenten en ook scholing en onderwijs behoren tot de kerntaken die deze landbouwgemeenschap zich gesteld heeft. In de woorden van Manfred Klett: ‘een cultuureiland zijn’. Van meet af aan is de driegeledingsimpuls het organiserend principe van de bedrijfsgemeenschap. Er is geen persoonlijke vermogensopbouw, er is een inkomensgemeenschap waar alle gemeenschapsleden toegang tot hebben. Es is geen formele hiërarchie. Er zijn heel veel kinderen. De stroom mensen die als bezoeker, klant of leerling aandacht vraagt is enorm en doet een heel groot beroep op de flexibiliteit van de afzonderlijke leden. Het is Ernst Becker die met zijn unieke charisma de groep bij elkaar houdt. In de jaren ’80 wordt de Landbauschule Dottenfelderhof opgericht, waar Manfred Klett veel les geeft, onder andere in bodemkunde, bemestingsleer, maar ook geologie. In het jaar dat ik daar student was (‘87-‘88) was hij vaak op reis om in de wereld voordrachten te geven. Niet lang daarna zou hij gedurende veertien jaar de landbouwkundige sectie in Dornach gaan leiden. Na nog een aantal jaren als medewerker aan het Goetheanum – hij is inmiddels midden zeventig – keert hij met zijn vrouw Lieselotte terug naar Dottenfelderhof. Net zoals zijn mede-ondernemers van het eerste uur is hij niet meer actief in het werk en draagt geen verantwoordelijkheid meer voor de dagelijkse gang van zaken. Wel geeft hij volop les aan de landbouwschool en is intensief betrokken bij een heel groot ontwikkelingsproject in Polen, Juchowo, een gemengd landbouwbedrijf van 1900 hectare groot. Zijn vriend Peter Schnell, oprichter van de Software Ag Stiftung, neemt daarvan de financiering voor zijn rekening, grotendeels met schenkgelden. Ook geeft Manfred Klett, voor zover zijn gezondheid dat toelaat, nog voordrachten, maar veel minder intensief dan voorheen. Of, zoals Ueli Hurter het vertelde bij zijn begrafenis: ‘Waar ik ook kom in de wereld, overal krijg ik te horen: Manfred Klett was hier ook al eens’.

Er zijn niet veel mensen die pas op hun 87e levensjaar hun eerste boek schrijven. De titel van zijn boek luidt: ‘Von der Agrartechnologie zur Landbaukunst’. Alle thema’s die hem na aan het hart lagen komen uitvoerig aan de orde. Het is te zien als een geestelijk levenstestament. De moderne landbouw is volslagen losgeslagen van zijn eigen wortels door verregaande mate van industrialisering en mechanisering. De biodynamische landbouw, met in haar midden de door Manfred Klett zo essentieel bevonden preparaten, is een toekomst-impuls om de Aarde weer gezond te krijgen. En dat alles in een visionaire stijl beschreven, zich daarbij bedienend van grootse beelden. Je zou kunnen zeggen in overeenstemming met zijn fysieke gestalte. Bijna in tegenstelling tot zijn indrukwekkende verschijning staan de fijnheid van zijn stem en ook zijn mooie handschrift: heel fijn en regelmatig, met lichte druk geschreven. Het computertijdperk gaat in verregaande mate aan hem voorbij . Brieven schrijft hij met de hand, zo ook het manuscript van het genoemde boek (402 pagina’s) met bijna louter tekst en zonder foto’s. Hij is bepaald niet uit op de populariteitsprijs. Het gaat hem om de inhoud. Ook in de omgang met hem – ik heb een jaar in zijn gezin drie maal daags meegegeten – is het al te persoonlijke nooit thema. Het blijft op een warme manier afstandelijk.

Eén omissie van zijn boek wil ik toch nog noemen: hij besteedt vrijwel geen woord aan de rassen die in de landbouw gebruikt worden. Terwijl nota bene op Dottenfelderhof door Hartmut Spiess en Dieter Bauer respectievelijk in granen en groenten internationaal bekende zaadvaste rassen zijn ontwikkeld. Uit gesprekken met Manfred Klett, in mijn tijd als bestuurslid van Kultursaat, weet ik dat hij de thematiek omtrent zaden en rassen heel belangrijk vond, en het eigenlijk als vanzelfsprekend zag om die in eigen biodynamisch beheer te ontwikkelen, in plaats van zich door agro-industriële ondernemingen te laten voorzien. Dottenfelderhof is juist vanwege de veredelingsinitiatieven meermaals met belangrijke Duitse prijzen beloond.

Met het overlijden van Manfred Klett is een groot mens van ons heen gegaan. Net zoals veel, heel veel, andere boeren en tuinders heb ik aan hem een rijke schat aan tijdloze inzichten te danken. Dat stemt tot grote dankbaarheid en eerbied.

Rene Groenen

 

PS Bovengenoemd boek is in het Nederlands vertaald, Van Agro-industrie naar Landbouwkunst, en in Nederland zijn zeven leesgroepen actief die de teksten samen bestuderen. Zie hier.  ”Landbouw als kunst’ is het doel dat in de titel van het boek tot uitdrukking komt’, schrijft Ueli Hurter, de huidige leider van de Landbouwsectie, in een in memoriam. ‘En je kunt je afvragen: kan dit de oplossing bieden voor de uitdagingen van klimaatverandering, bodemerosie en het voeden van de wereld? Het antwoord kan ‘ja’ zijn, want kunst – landbouw als kunst – betekent dat ieder van ons, met onze individuele inzet, op onze heel speciale plek, een onvervangbare bijdrage levert. Elke boerderij, elke plek waar werk wordt verricht in de geest van dit boek, is een representant van de Aarde die ons is toevertrouwd voor het in cultuur brengen.’

Meer nieuws