BD-BEROEPSONT­WIKKELING

Sinds 2006 verzorgt de BD-Vereniging BD-beroepsontwikkeling: er zijn intervisiegroepen, boerenbezoekgroepen en themagroepen en ook individuele coaching is mogelijk. Een groep van ruim 25 coaches is getraind om groepen te begeleiden en zorgt ervoor dat de gesprekken niet alleen vanuit het hoofd, maar ook vanuit het hart worden gevoerd. De meeste intervisiegroepen zijn algemeen, sommige groepen zijn speciaal voor jonge boeren, fruittelers, imkers en er is ook een gemengde groep met boeren, burgers en hoveniers. Ook natuurvoedingskundigen, winkeliers, handelaren of anderen kunnen groepen vormen. Voorwaarde is dat je beroepslid bent van de BD-Vereniging. De groep coaches begeleidt ook de Collegiale Toetsing van Stichting Demeter. Hierbij bezoeken boeren elkaar in groepen van ongeveer zes bedrijven en bevragen ze elkaar over hoe Demeter idealen verder ontwikkeld kunnen worden.

Een overzicht van de vormen van BD-beroepsontwikkeling vind je via deze pdf. Deelname is gratis voor beroepsleden van de BD-Vereniging. Hieronder vertellen twee deelnemers over wat BD-beroepsontwikkeling en Collegiale Toetsing hen opleverde.

Lees een voorbeeld van intervisie

Lees een voorbeeld van Collegiale Toetsing

230125 Collegiale Toetsing

Steun het ontwikkelingswerk van boeren

Boeren bouwen dagelijks aan ontwikkeling van biodynamische landbouw. Voor hen is het waardevol om elkaar te ontmoeten en met elkaar mee te denken. Via BD-beroepsontwikkeling - met intervisie- en themagroepen en coaching - zetten boeren nieuwe stappen en overwinnen ze problemen. Om dit aanbod laagdrempelig te houden, gratis voor beroepsleden, is steun van burgers onmisbaar: samen dragen we dit vernieuwende boerenwerk!
ga naar > IK SCHENK AAN BEROEPSONTWIKKELING

Een voorbeeld van intervisie:

Samen grond ruiken en proeven


Meer arbeidsvreugde en een innige relatie met de bodem. Dat is voor Sander van Nieuwenhoven de oogst van BD-beroepsontwikkeling.

“Een vliegende start hadden we de eerste jaren toen ik samen met mijn vrouw Veerle dit stuk land kocht.” Ze gingen van start met Ferm, een gemengd bloemen- en groenteteelt bedrijf te Zemst (bij Mechelen), eerst op 1,5 hectare, ondertussen uitgebreid naar 2,5. “We werkten hard, wisten wat we wilden en de teelten gingen goed. We hadden goede lokale afzet en flinke aanloop van klanten uit de regio die de zelfoogst en pluk wisten te waarderen en genoten van ons land.”

Sander praat met diepe genegenheid over de ontwikkeling van zijn nog jonge bedrijf. Hij en Veerle zitten in de Vlaamse intervisiegroep van BD-beroepsontwikkeling, begeleid door Ineke Dockx.

“Ik werd tijdens de eerste jaren volledig in beslag genomen door het bedrijf rendabel te maken. Op een gegeven moment hebben we allebei momenten gehad waarbij we tegen een burn-out aanzaten. De intervisiegroep was van grote betekenis in deze fase.” Sander legt uit dat, ingebed in de vertrouwelijkheid van de groep, de eigen kwetsbaarheid bloot komt te liggen. Zichtbaar werd dat de arbeidsvreugde best zoek was geraakt. Door de intervisie ontstond een concreet alternatief. “We hebben een strikter begin en einde van de dag, meer oog voor rituelen en onze medewerker zijn we meer zelfstandigheid gaan geven. Hij is meer betrokken hierdoor en ook trots. Zelf ben ik momenten in gaan lassen van verwondering. Ik merkte dat ik jaloers werd op bezoekers. Dat zij onbekommerd konden kuieren over mijn bedrijf. Vanaf toen ben ik iedere dag een moment ergens gaan zitten. Gewoon rondkijken, observeren. Het breekt de dag en ik denk steeds vaker van ‘wat is het hier schoon’.”

De intervisiegroep is ook van groot belang voor zijn innige relatie met de bodem. Het verzorgen daarvan ziet hij als zijn grootste missie: “Toen ik op mijn bedrijf begon keek ik echt anders naar de bodem. Van belang leken een goede losse structuur, onkruidvrije bedden. Door de intensieve uitwisseling in de groep en het samen kijken, ruiken en proeven van de grond ga ik nu intuïtiever om met wetenschappelijke kennis, baseer mijn keuzes op m’n mix tussen die twee. Wat wil de grond, vraag ik mij nu af. Zo deed ik mijn spitmachine weg die 20-30 cm diep kwam. Geen seconde spijt van gehad. Nu maak ik de bedden klaar met maar 3-4 cm omrullen met de rotor-eg. De grond is nu veel vaster. Vroeger zou ik daar angst voor hebben gehad. Maar ik heb geen last van de droogte. Dat zie ik toch als een bewijs dat het juiste keuzes zijn”.

Een voorbeeld van Collegiale Toetsing:

‘Onze Belted Galloways zorgen voor bodemvruchtbaarheid en landschapsstreling’

 

‘Koeien zijn belangrijker dan preparaten’, vindt Erik Krosenbrink van boerderij Milagro vlak bij Antwerpen. Al is het bedrijf niet Demeter gecertificeerd, hij doet wel mee aan Collegiale Toetsing.

Voor boerderijen met een Demeter keurmerk hoort het erbij: Collegiale Toetsing. Een groep van ongeveer zes bedrijven bezoekt elkaar in een periode van twee jaar en denkt mee over hoe de kernwaarden van biodynamisch verder ontwikkeld kunnen worden. In Vlaanderen zijn drie ‘gemengde groepen’, waar ook boerderijen aan meedoen die geen Demeter licentie hebben, maar dit wel overwegen of zich door biodynamisch laten inspireren.

Negen kernwaarden

Erik Krosenbrink is nieuw in de groep. Hij is landbouwer op Milagro in Aartselaar, een gemengde boerderij van 50 hectare met als specialisatie pompoenen en suikermais. “We hebben een sluitende stikstofkringloop en een opbouwende koolstofkringloop. Dit jaar hebben we nog een beetje drijfmest aangevoerd, maar volgend jaar draaien we 100 procent rond.” Werken met mensen is voor Erik belangrijk. Vluchtelingen en mensen met een beperking draaien mee in het bedrijf en vervullen betekenisvol werk.
Tijdens de rondleiding, waar een Collegiale Toetsing bijeenkomst altijd mee begint, laat hij aan de collega’s en begeleider Geert Iserbyt zien hoe hij werkt aan de negen kernwaarden van Demeter. Hier heeft hij ter voorbereiding al goed over nagedacht door de ‘zelfevaluatie’ in te vullen, die ook onderdeel is van deze methode.

Landschapsstreling

Al zijn de meeste Demeter kernwaarden op Milagro goed verzorgd, Erik kiest niet voor Demeter. “Ik wil niet opnieuw met de preparaten aan de gang. In mijn jonge jaren als BD-landbouwer ben ik er vijf jaar mee bezig geweest en heb toen uiteindelijk het Demetermerk opgezegd. Vorig jaar, tijdens mijn vakantie, ben ik naar Dottenfelderhof  geweest voor een update om te ervaren of ik iets 'gemist' heb. Neen, ik heb er niets mee en besteed mijn tijd liever aan andere dingen. En ook: consumenten die wakker liggen van preparaatgebruik hebben we niet.”

“Voor mij is het feit dat je runderen laat lopen op je bedrijf zes keer belangrijker dan het gebruik van preparaten. Wij houden de Belted Galloways en Simmentalers deels voor het vlees, maar nog belangrijker: ze zorgen voor bodemvruchtbaarheid en landschapsstreling. Als de pompoenen zijn geoogst, mogen de runderen de akker op om de resten op te eten. Dat runderen op elk perceel van het bedrijf komen, geeft de vitaliteit van de gewassen een boost. Dat heeft een effect dat zijn weerga niet kent.”
Na de rondleiding vertellen de collega’s wat ze hebben gezien en hoe ze het bedrijf als een organisme hebben beleefd. De poster met kernwaarden wordt ingevuld. Erik: “Uiteindelijk stelde Geert aan iedereen de vraag: is dit bedrijf biodynamisch? De meesten vonden van wel. Maar Geert zei: ‘Ik zie een bevlogen biodynamisch boer in een bedrijf dat niet aan alle Demeter normen voldoet.’ Dat is dus vanwege die preparaten.”

Bewustzijn opkrikken

Dat het staat of valt met de preparaten, daar heeft Erik moeite mee. “Ik heb opgeworpen om Biodyn te gaan gebruiken. (Biodyn werd vroeger als keurmerk gebruikt voor bedrijven die in omschakeling waren naar Demeter, red.) Bedrijven die op weg zijn naar Demeter, zouden dit als merk – niet als keurmerk – kunnen gebruiken. In de groep werd dit afgeraden, het zou verwarrend zijn. Maar voor mij bleek dit achteraf de belangrijkste vraag te zijn: wat is er mis met Biodyn?”
Terugkijkend vindt hij de Collegiale Toetsing heel waardevol. “Je stelt je gigantisch open en laat je toetsen door anderen. Dat levert waardering op. En je hoort hoe anderen naar dingen kijken. Je blijft up-to-date. We zijn ook bij een bedrijf geweest van een oudere boer, die zijn bedrijf geheel volgens zijn visie had uitgewerkt. Echt een levenswerk. Volgende keer bezoeken we een jong bedrijf. Mooi om samen ons bewustzijn op te krikken om iets nieuws te ontwikkelen. Wanneer de afgelopen vijftig jaar dit was toegepast bij de landbouw in zijn algemeenheid, dan zou je nu een totaal andere en meer gezonde landbouw hebben in Nederland en Vlaanderen, wellicht zonder boerenprotesten.”

De Poster met kernwaarden en de zelfevaluatie voor Collegiale Toetsing zijn te vinden via de website van Stichting Demeter

"Voor de reductie van energie en grondstoffen moet  vervangen worden door arbeid"

Meino Smit, auteur van Naar een duurzame landbouw in 2040, uitgegeven met steun van het W.SFonds en inspirator van het Landbouwcollectief Meino Smit...
ga naar > PROJECTEN