DP-EXTRA 2023-1 ANDERS

3906 DP2023 1 1190x595

DP2023-1 | Anders kijken, anders denken, anders doen

“Een voor Nederlanders verwarrend beeld siert de voorpagina van dit nummer: boeren die demonstreren vóór landbouwtransitie, samen met klimaatactivisten op 11 maart in Den Haag. Ongekend voor ons land waar de landbouw het liefst blijft vasthouden aan het oude”, schrijft Tineke van den Berg, boer op de Stadsboerderij in Almere en themaredacteur van het lentenummer van Dynamisch Perspectief, 2023-1. Ze vervolgt: “Om de noodzakelijke transitie in de landbouw voor elkaar te krijgen, moeten we met andere ogen naar de wereld leren kijken. Een nieuwe bril is daarvoor niet genoeg. Nieuwe ogen helpen je anders te denken en vervolgens anders te doen. In deze Dynamisch Perspectief komen boeren en burgers aan het woord die vertellen wat het hen bracht.”

Je kunt dit hele nummer HIER online lezen. 

 

Meer info en achtergronden:

Op verschillende pagina’s in DP2023-1 wordt verwezen naar aanvullende informatie. Die staat hieronder.

Martin von Mackensen

BIJ PAGINA 21 | Een uitgebreid verslag van de studiedag met Martin von Mackensen lees je hier:  Martin Von Mackensen Verslag.

Spraakmakende BD-ers

BIJ PAGINA 31 | De video's met de toespraken die Ronald van Marlen en Roos Saat hielden bij een Aandeelhouders­vergadering van de Rabobank kun je hier terugkijken.

Groenboerenplan: Hoezo verwachten we alle heil van de overheid?

BIJ PAGINA 36 | Ingezonden brief door Wouter Kamphuis
Afgelopen jaar hebben vele organisaties van bioboeren, natuurbeschermers, stichtingen voor duurzaamheid, etc. een plan opgesteld waarin ze beschrijven hoe de Nederlandse landbouw zich moet gaan ontwikkelen. Dat is een prachtig plan geworden, met eerlijke prijzen, terugdringen van kunstmest en geïmporteerd veevoer, grondgebonden landbouw, gesloten kringlopen, gegarandeerde continuïteit voor ‘goede’ boeren, ondersteuning voor boeren die willen verduurzamen, voorlichting over duurzame voeding, beperking van reclame voor ongezonde voeding, duurzaam inkoopbeleid (semi)overheidsinstellingen, versterking van de positie van de boer in de korte keten, goede toegang duurzame boeren tot betaalbare grond, verankering van de principes van natuurinclusief boeren in het agrarisch onderwijs, onderzoek mét en voor de bioboer, rechtvaardige, passende en stimulerende wet- en regelgeving ten behoeve van duurzame landbouw. Met de allermeeste van deze punten ben ik het hartgrondig eens en u waarschijnlijk ook. Al dit moois – aldus de plannenmakers – uit te voeren door … de overheid natuurlijk. Wie anders?

Toch is dat laatste iets wat me bevreemdt. Al gedurende bijna 100 jaar hebben in Nederland zowel boeren, als consumenten, als handelaren, in vrijheid, geheel op eigen kracht de biologische landbouw ontwikkeld. Daaruit is iets ontstaan wat goud, nee veel meer dan goud waard is: een beweging van vele prachtige, zelfstandige en creatieve mensen die zich dag in dag uit met succes inzetten om goed met de aarde om te gaan.

Al die tijd heeft de overheid zich consequent aan de kant van de industriële ‘landbouw’ en van het grote geld geschaard. En nu, nu het erom gaat dat de hele landbouw weer gezonder en duurzamer moet worden, verwachten we opeens alle heil van diezelfde overheid?

In een gezonde situatie is landbouw een zaak van boeren, consumenten en handelaren, en van niemand anders. Inderdaad: ook van ambtenaren en ministers dus, maar uitsluitend in hun hoedanigheid als consument. Inhoudelijke bemoeienis van de overheid met landbouw is vreemd, want ambtenaren en ministers staan niet met beide benen in de praktijk van de landbouw en kunnen er daarom niet echt feeling mee hebben.

Wat is dan wel de opgave van de staat? Ik gebruik nu bewust niét het woord overheid: dat suggereert dat er ook een ‘onderheid’ is. Een gezonde staat – dat zijn wij allemaal zelf, niets meer en niets minder dan dat – zal het ware recht vaststellen en handhaven, dat landbouwgrond zowel van iedereen als van niemand is! Van iedereen, want er is geen geldige reden te bedenken waarom de ene zuigeling meer of minder recht op grond zou hebben dan de andere. Van niemand, want geen mens heeft ooit grond gemaakt of zal ooit grond kunnen maken. Grond kan daarom in waarheid nooit verhandeld worden, maar alleen steeds geschonken aan een boer, die dan de ‘eigenaar’ is uitsluitend omdat en voor zolang hij of zij er daadwerkelijk voor zorgt. Dát is het wat we met elkaar in de staat moeten regelen om de hele landbouw gezond te maken.

Wouter Kamphuis, BD-boerderij ‘t Leeuweriksveld

Houd BD gif-vrij

BIJ PAGINA 37 | Ingezonden brief Jan Diek van Mansvelt

Beste BD en in het bijzonder Demeter boeren en boerinnen,

Zoals jullie weten heb ik mij mijn hele beroepsleven, en ook daarna nog, van harte ingezet voor de ontwikkeling van de landbouw die in Steiners Landbouwcursus wordt aanbevolen voor het welzijn van bodem, mens en het leven op aarde: sociaal, ecologisch, cultureel.

Ik vond en vind nog steeds jullie als BD-boeren, allemaal op je eigen manier, creatief, moedig en verantwoord werken aan een gezonde landbouw die volgens de overheid en de wetenschap weliswaar leuk, maar praktisch onmogelijk is. Het kan niet maar jullie doen het.

Het maakt me blij dat ik me bij jullie voel horen: ik leerde veel van jullie en je voorgangers, en kon op mijn beurt ook weer een en ander aan jullie leren. Dat ik bij mijn afscheid uit het bestuur tot erevoorzitter werd benoemd maakte en maakt me extra blij. Deel uit maken van de gezond makende, gifvrije BD-landbouw met Demeter als keurmerk, maakte en maakt mij niet alleen blij maar ook trots.

Zo zal je je kunnen voorstellen hoe ik me rot schrok toen Jelmer Buijs en Margriet Mantingh in april 2019 lieten zien dat mijn beeld van ’wij zijn gifvrij omdat wij geen gif gebruiken’ als onvolledig, zelfs als onjuist werd ontmaskerd. Ik stond met mijn mond vol tanden en kon me wel voor mijn kop slaan dat ik er zelf niet eerder aan gedacht had. Gif invoer via de gaten in de Demeter richtlijnen. Geen gesloten bedrijfsvoering maar gif import via een toegestaan deel biologisch stro en krachtvoer. Daarbij mogen biologische bedrijven een deel gangbaar geteeld stro en veevoer gebruiken. En daarmee de gangbare giffen importeren die via de bio-bedrijven bij de BD-boeren kunnen belanden. Daarnaast speelt ook de belasting met anti-parasitaire en vliegen-werende middelen een rol, die ook in BD-bedrijven gebruikt kunnen worden.

Dat jullie als BD en Demeter boeren je toen ook al ook rot schrokken kan ik me voorstellen. Je doet het best mogelijke. Ver voor de Nederlandse landbouw uit geef je het voorbeeld hoe het kan, en dan blijkt dat je minder volmaakt bezig bent dan je dacht. Auw, pijnlijk. Wat kunnen we er aan doen?

Daarom stel ik voor:
Maak een transitietraject voor de komende vier of vijf jaar. Meer samenwerking melkvee en akkerbouw. Betrek daar ook de bakkers in voor het gebruik van meer BD-NL tarwe en andere broodgranen om meer BD stro beschikbaar te krijgen.
Zorg voor BD vrij van gif-import in 2028!

 Dat we het omgevings-gif niet kunnen tegenhouden is een andere zaak. Die kunnen we ook laten onderzoeken, per regio, en uitdrukkelijk benoemen. Maar de onvermijdelijke instroom is iets anders dan de instroom die we zelf veroorzaken door ons niet veel beter dan nu al als gesloten kringloopbedrijven te organiseren. Meer dan via kringlopen zijn jullie spiraliserend steeds op weg naar steeds betere bodems. Als we de autonome BD-bedrijven in stand willen houden, zullen we actie moeten ondernemen.

Ik wens jullie alle goeds, met mijn hartelijke groet,

Jan Diek van Mansvelt

Het kan beter!

BIJ PAGINA 37 | Ingezonden reactie door Tineke van den Berg
Wie nog ontkent dat bodem, water en lucht in onze wereld stevig vervuild zijn met gif, overbemesting, microplastics en fijnstof, die verdringt een ongemakkelijke waarheid, of leeft onder een (vervuilde) steen. Wie denkt een gifvrije zone te kunnen creëren op de eigen bioboerderij, of wie als consument van biovoedsel denkt verschoond te blijven van vuiligheid: helaas, dat is wishfull thinking.

Landbouwtransitie is nodig om de achteruitgang te stoppen. Biologische landbouw draagt wezenlijk bij aan verbetering van de kwaliteit van bodem, landschap en biodiversiteit, en aan het terugdringen van schadelijke stoffen uit het milieu. Het is echter een illusie te denken dat op biologische bedrijven de insleep van schadelijke stoffen helemaal te voorkomen is. Biologische landbouw kan vervuiling stoppen, maar niet terugdraaien. Ook midden in de beste Nederlandse natuurgebieden worden schadelijke stoffen aangetroffen, ook in ons lichaam hopen microplastics zich op. Zonder dat te ontkennen, moeten we ons vooral richten op het voorkomen van erger.

De biologische sector moet daarom zichzelf voortdurend blijven verbeteren. Het gebruik van voer, strooisel en mest uit gangbare landbouw moet verder worden teruggedrongen. Met 30% toegestane stikstof van gangbare herkomst toont de biologische landbouw zich nog sterk afhankelijk van gangbare mest. De Demeter-normen voor biodynamische landbouw (100% biologisch voer, mest en strooisel) laten zien dat het beter kan, ook al worden er nog ontheffingen verleend als er geen alternatieven beschikbaar zijn. We moeten als bio en biodynamische boeren er ons voortdurend bewust van zijn dat er in ieder bedrijf ‘gaten’ zitten, waarlangs het nog mis gaat en wat we daar als sector en als boer aan kunnen doen.

Die uitdaging om voortdurend te willen verbeteren, zou trouwens iedereen moeten bezighouden die zijn geld verdient in en aan de landbouw. Als iedereen zich op die manier het belang van landschap, klimaat en natuur zou aantrekken, hadden we inmiddels allang een Landbouwakkoord, met het Groenboerenplan als uitgangspunt.

Tineke van den Berg, voorzitter Stichting Demeter